Bipolaire of manisch-depressieve stoornis
De bipolaire stoornis werd vroeger manisch-depressieve stoornis genoemd. De ziekte wordt gekenmerkt door een afwisseling van depressieve met manische symptomen. De ziekte komt voor het eerst naar boven tussen de leeftijd van 15 en 25 jaar.
Symptomen manisch-depressieve stoornis
Periodes van depressiviteit worden afgewisseld met periodes waarin de patiënt manisch is. Deze periodes kunnen van persoon tot persoon wisselen. Sommige patiënten hebben meer depressieve episodes, anderen meer manische, sommigen evenveel van elk. De meeste patiënten met een bipolaire stoornis krijgen in hun leven ongeveer 8 tot 10 episodes, maar er zijn ook patiënten die er meer krijgen.
Het kan soms jaren duren voor de manisch-depressieve stoornis herkend wordt. De eerste verschijnselen vallen namelijk vaak niet zo erg op.
Depressieve periode:
- Gevoelens van neerslachtigheid
- Angstgevoelens
- Slecht slapen of juist te veel slapen
- Verminderde eetlust of te veel eten
- Niets nog leuk vinden
- Vermoeidheid
- Rusteloosheid
- Prikkelbaarheid
- Verminderd concentratievermogen
- Denken aan de dood of aan zelfmoord
- Schuldgevoelens
- Gevoelens van waardeloosheid
- …
Manische periode:
- Veel energie
- Rusteloosheid
- Erg actief en creatief zijn
- Snel praten
- Nauwelijks behoefte aan slaap
- Gemakkelijk af te leiden
- Overdreven veel zelfvertrouwen, geloven dat je alles kan
- Ongegrond optimisme
- Onnodige risico’s nemen, zonder reden veel geld uitgeven, impulsief beslissingen nemen, ook belangrijke beslissingen, slecht inzicht in eigen handelen
- Geen seksuele remmingen kennen
- Drugsmisbruik
- Storend of agressief gedrag
Oorzaken bipolaire of manisch-depressieve stoornis
Aanleg speelt een belangrijke rol in het ontstaan van de stoornis. Als bipolaire stoornis in je familie zit, is de kans dat jij het zelf krijgt ook groter. Of iemand ook daadwerkelijk last krijg van een bipolaire stoornis, wordt daarnaast ook bepaald door psychische factoren (weinig zelfvertrouwen, perfectionisme, enz.) of sociale factoren (verlies van een dierbare, stress op het werk, enz.).
Behandeling
De behandeling bestaat doorgaans uit een combinatie van voorlichting, medicatie en therapie. De behandeling is voor een groot deel gericht op het voorkomen van depressieve en manische episoden, want de zieke is ongeneesbaar. Ter preventie van deze episoden worden voornamelijk stemmingsstabiliserende middelen gebruikt. Het meest gebruikte geneesmiddel is lithium. Tijdens depressieve episodes kan de arts een antidepressivum voorschrijven. Hierbij is voorzichtigheid geboden, want een antidepressivum kan een manische episode opwekken.