Welke buikspieren heb je en waarvoor dienen ze?
De buikspieren kunnen we onderverdelen in vier groepen:
- De rechte buikspier (Rectus abdominis)
- De binnenste schuine buikspier (Obliquus internus abdominis)
- De buitenste schuine buikspier (obliquus externus abdominis)
- De dwarse buikspier (Transversus abdominis)
Je buikspieren bestaan uit verschillende spieren vooraan, in het midden en aan de zijkanten van je onderbuik. De belangrijkste van die spieren is de rectus abdominis of rechte buikspier, die ook wel eens zichtbaar wordt als de zogenaamde ‘sixpack’ of ‘wasbord’. De rechte buikspier bestaat eigenlijk uit twee parallelle spieren, heeft drie tot vier tussenpezen en wordt ook wel de meerbuikige spier genoemd.
Naast de rectus abdominis zijn er de schuine buikspieren (obliquus abdominis). Zo zijn er de buitenste schuine buikspieren en de binnenste schuine buikspieren, die verantwoordelijk zijn voor de rotatie en de beweging van de wervelkolom. De buitenste schuine buikspieren lopen diagonaal, de binnenste liggen daaronder en vormen bijna een rechte hoek met de buitenste schuine buikspieren.
De dwarse buikspieren of transversus abdominis zijn eigenlijk twee spieren die de binnenste laag van de buikwand vormen. Deze spieren gebruiken we om onze buik in te trekken.
De buikspieren zorgen dus voor:
- Een goede ademhaling
- Naar binnen houden van de ingewanden
- Buigen en draaien van de wervelkolom
- Beweging van de borstkas naar de heupen