Zo zie je er goed uit op iedere foto

Je hoeft er niet perfect uit te zien om perfect op een foto te staan. De meest fotogenieke mensen zijn vaak niet de meest aantrekkelijke. Ze worden gewoon niet geïntimideerd door de camera. Maar hoe kom je nu over die cameraschuwheid heen? Of je je nu zorgen maakt om je rimpels of om die dubbele kin, hier vind je acht tips om veelvoorkomende problemen op te lossen.

Probleem 1: je poseert te veel

Betrek de fotograaf in een gesprek over een onderwerp dat jullie beiden interessant vinden. Als je op iets anders dan de foto gefocust bent, zul je minder stijf overkomen op de foto. Je kunt ook ergens tegen leunen, met een huisdier spelen of je armen kruisen met iemand anders. Laat je armen in iedere geval nooit gewoon naast je hangen.

Probleem 2: je rimpels zijn zichtbaar of je huid glanst te veel

Foundation en doorschijnend poeder zijn snelle oplossingen, maar het is even belangrijk zo veel mogelijk licht op je gezicht te laten schijnen. Als je binnen bent, poseer dan bij de dichtstbijzijnde lichtbron, zoals een raam. Maak gebruik van de flits. Die zal imperfecties in het gezicht verdoezelen. 

Probleem 3: je hebt een dubbele kin

Besteed aandacht aan de positie van de camera. Als de lens zich op het niveau van je ogen of erboven bevindt, is het frame correct. Als de lens zich onder je ogen bevindt, is het risico op een extra kin groter. Ben je veel groter dan de fotograaf, zet je dan in een stoel en kijk omhoog. Strek je nek iets meer uit dan je normaal zou doen. Het zal misschien vreemd aanvoelen, maar op de foto zul je een mooie, lange nek hebben. 

Probleem 4: je houdt je ogen gesloten

Sluit je ogen en laat de fotograaf tot drie tellen. Open ze op ‘drie’. Deze truc werkt meestal wel. Als je buiten bent, onthoud dan dat de middag het slechtste moment is om een foto te nemen. De zon schijnt dan het felst, wat het moeilijk maakt je ogen open te houden. 

Probleem 5: je gezichtstrekken zijn overdreven

Draai je hoofd een beetje. De meeste mensen hebben asymmetrische gezichtstrekken. Het ene oog kan bijvoorbeeld groter zijn dan het ander, of het ene oor kan hoger staan. Een oplossing is je gezicht fotograferen terwijl er maar twee derde van zichtbaar is. Vanuit deze hoek een foto maken, heeft ook een verslankend effect. 

Probleem 6: je hebt ‘Bambi-ogen’

Kijk niet recht in de lens, maar focus je blik net boven de lens. Probeer eens over de schouder van de fotograaf te kijken. Probeer ook wat persoonlijkheid te tonen. Soms hoef je maar een wenkbrauw lichtjes op te tillen voor een geslaagde foto. 

Probleem 7: je hebt een valse lach

Door ‘cheese’ te zeggen, wat veel mensen doen, krijg je vaak een kunstmatige lach. De fotograaf iets onverwachts laten zeggen, kan vaak helpen een echte lach tevoorschijn te laten toveren. Of probeer eens aan iets grappigs te denken!

Probleem 8: je hebt rode ogen

Vermijd dat je op de volgende foto overkomt alsof je bezeten bent door de duivel. Probeer je blik te fixeren op de dichtstbijzijnde lichtbron. Rode ogen komen meestal voor in een gedimde kamer, wanneer de irissen zo ver geopend zijn dat het netvlies oplicht wanneer je een flits gebruikt. Als de pupillen zich op iets helders focussen, worden ze kleiner.