Verschil onverzadigde en verzadigde vetten
Of een vet verzadigd is of onverzadigd, is afhankelijk van het aantal vetzuren dat het bevat. Alle vetten bevatten namelijk zowel verzadigde als onverzadigde vetzuren. Als een vet meer verzadigde vetzuren bevat dan onverzadigde, spreken we van een verzadigd vet en omgekeerd.
In welke eetwaren?
Onverzadigde vetten zitten vooral in plantaardige producten, verzadigde vetten in producten van dierlijke oorsprong. Verzadigde vetzuren zijn in principe vast of gestold bij kamertemperatuur, terwijl onverzadigde vetten vloeibaar zijn. Een uitzondering hierop zijn kokosolie en palmolie, die veel verzadigde vetzuren bevatten.
Onverzadigde vetten vind je onder meer in: plantaardige olie (olijfolie, maïsolie…), margarine en halvarine, vette vis en noten.
Verzadigde vetten vind je onder meer in: vlees, bak- en braadvet, frituurvet, kaas, room, slagroom, koffiemelk, chocolade, koekjes en gebak.
Effect
Verzadigde vetten laten het cholesterolgehalte in het bloed stijgen. Daardoor kan het vet zich op de wanden van de bloedvaten afzetten en kunnen deze dichtslibben, wat kan leiden tot hart- of herseninfarcten.
Onverzadigde vetten hebben het omgekeerde effect. Ze brengen je gehalte aan slechte cholesterol naar omlaag en zijn dus positief voor hart- en bloedvaten.