Radiotherapie

Radiotherapie is een behandeling met radioactieve stralen met als doel kankercellen te vernietigen of tumors te verkleinen. Het is de meest gebruikte kankerbehandeling, die vaak gebruikt wordt voor andere behandelingen.

Waarom radiotherapie?

Radiotherapie kan bij kankers in een vroeg stadium als genezende behandeling gebruikt worden. Maar in de meeste gevallen wordt de bestraling gecombineerd met andere therapieën. Voor een operatie kan radiotherapie de tumor verkleinen, achteraf kan het de overgebleven kankercellen vernietigen.

Hoe verloopt de radiotherapie behandeling?

Er bestaan twee soorten radiotherapie: uitwendige en inwendige bestraling. Bij uitwendige bestraling wordt de patiënt door een machine bestraald met röntgenstraling. Een ziekenhuisopname is bij uitwendige radiotherapie niet nodig.

Bij inwendige bestraling (brachytherapie) wordt er eerst radioactief materiaal in de tumor ingebracht. Dat materiaal geeft een hoge dosis straling af. Inwendige radiotherapie kan enkel onder verdoving plaatsvinden. Een ziekenhuisopname van enkele dagen is dus noodzakelijk.

Hoe vaak een patiënt bestraald moet worden, hoe lang de behandeling duurt en hoe intens hij is, verschilt van patiënt tot patiënt.

Bijwerkingen radiotherapie

Radiotherapie veroorzaakt relatief weinig bijwerkingen. Op lange termijn hebben de bijwerkingen helemaal geen kwalijke gevolgen. Na een behandeling van een paar weken kan de huid geïrriteerd geraken en wat rood gaan zien, een beetje zoals het effect van te lang in de zon liggen.

Ook vermoeidheid en verlies van eetlust komen vaak voor bij radiotherapie. Eventuele andere bijwerkingen zijn afhankelijk van de plaats waar bestraald wordt. Zo komt haarverlies alleen voor bij bestraling op het hoofd.