Complicaties blaaskanker

Blaaskanker komt voor in twee vormen. Bij niet-invasieve blaaskanker blijven de kankercellen binnen de contouren van de blaas. Deze vorm, die ook wel oppervlakkige blaaskanker genoemd wordt, is goed te behandelen. Bij spierinvasieve blaaskanker hebben de kankercellen zich echter tot buiten de blaas verspreid en tasten zij de spierwand van de blaas aan. Deze vorm is moeilijker te behandelen en noodzaakt artsen vaak tot een operationele verwijdering van je blaas. Deze operatie noemt men een cysectomie. Maar wat na zo’n cysectomie? Er is dan een andere oplossing nodig om urine vanuit je nieren uit het lichaam te sturen. Hieronder bespreken we drie medische technieken die het functioneren van de blaas vervangen.

Een subsituutblaas

In sommige gevallen kunnen artsen een nieuwe blaas maken. Dit doen zij door een stukje van het weefsel van je ingewanden weg te nemen en het om te vormen tot een ballonvormig zakje. Dat verbinden ze dan langs de ene kant met je urineleider en langs de andere kant met je urinebuis. Reconstructie van de blaas is echter alleen mogelijk wanneer de kanker de urineleider niet heeft aangetast. Via spieroefeningen zal je dan leren om deze nieuwe blaas te controleren. In tegenstelling tot een natuurlijke blaas, staat zo’n substituutblaas niet in verbinding met zenuwuiteinden, dus je ervaart niet meer het precieze gevoel te moeten plassen. Dit kan leiden tot momenten van incontinentie (vooral tijdens het slapen). Daarom kan het nuttig zijn om je substituutblaas op gezette tijdstippen te legen en zeker voor het slapengaan.

Urostomie

De meest gangbare oplossing na blaasverwijdering is een urostomie. Dit betekent dat men tijdens de operatie een gaatje maakt in je buikwand. Tegelijk neemt men dan een stukje darm weg en verbindt men dat aan je urinebuizen. Het andere eind verbindt men aan het gaatje in de buikwand, waaraan men een waterdicht zakje plaatst.

Inwendige urine-afleiding

De derde techniek lijkt erg op urostomie, met als grootste verschil dat je geen uitwendig stomazakje moet gebruiken. Men neemt een stukje darm weg en maakt daar een inwendig “zakje” van, waarin je urine opgeslagen moet worden. Dit zakje wordt verbonden met je urinebuizen langs de ene kant en met het gaatje in je buikwand aan de andere kant. Je kan het dan legen door een catheter in de stoma te steken. Zo draineer je dan de urine.