Zo leer je je kind fietsen

Leren fietsen gaat altijd met vallen en opstaan. Maar je kan wel een aantal maatregels nemen om het je kind gemakkelijker te maken en vlotter aan te leren.

Het evenwicht voelen

Gebruik een fietsje waarvan de pedalen zo laag gezet kunnen worden dat het kind kan zitten en nog steeds de voeten plat op de grond zetten. Verwijder de oefenwieltjes.

Zoek een grasveld uit, best een met een kleine helling en een plat stuk. Het is ideaal als het gras zo kort is dat er niet te veel aan de wielen blijft hangen, maar dat toch zacht genoeg is om op te vallen.

Laat je kind een helm opzetten. Het is ook best dat het een lange broek draagt. Ga op het hellend gedeelte van het grasveld staan, laat het kind op de fiets stappen met beide voeten op de grond. Als je de fiets nu loslaat, gebeurt er niets.

Zeg je kind dat het zijn of haar voetjes een beetje moet optillen en laat het een stukje de helling afgaan. Op die manier krijgt het kind een idee van hoe het zijn evenwicht moet bewaren op een fiets. Doordat het om een lichte helling gaat, zal de fiets slechts langzaam vooruit gaan en kan het kind altijd zijn voeten op de grond zetten als het schrik krijgt. De eerste keren kan jij ook nog meewandelen. Blijf de oefening herhalen tot je kind zich er comfortabel bij voelt.

Leren trappen

Laat je kind zijn voeten op de pedalen zetten en duw de fiets een eindje voort. Doe dit eerst met een pedaal, vervolgens met beide pedalen. Nadat je dit een aantal keer geprobeerd hebt, kan je het kind eens zelf laten trappen.

In een rechte lijn fietsen

Zoek een vlak terrein met veel ruimte uit om het trappen te oefenen: vanuit een stilstaande positie vertrekken, stoppen en draaien.

• Start vanuit een stilstaande positie. Zet een van de pedalen naar boven en ietsje naar voren, de ideale positie om te beginnen trappen. Het kind kan dan een hele pedaalslag doen om de fiets te laten vertrekken en voldoende evenwicht te hebben om zijn voet op de andere pedaal te plaatsen. Het is belangrijk dat je hier voldoende op oefent.
• Leer het kind rechtdoor rijden. Om dat te doen, moet het de ellebogen en de knieën losjes houden en rustig trappen. Als een beginnende fietser zijn hoofd draait, volgen de armen en benen immers nog, waardoor de fiets gaat zwalpen. 
• Leer je kind ook remmen, dat wil zeggen beide remmen tegelijkertijd induwen.

Leren draaien

In het begin kan je best voldoende vertragen voordat je kind moet draaien. Draaien is een combinatie van leunen en een klein beetje aan het stuur draaien. Als het zelfvertrouwen van je kind op dit vlak groeit, kun je geleidelijk aan versnellen.

Zo, je kind kan nu normaal gezien goed genoeg fietsen om zijn eerste fietstochtjes aan te kunnen.