Vetten South Beach-dieet
Het tweede basisprincipe van het South Beach-dieet is het consumeren van goede vetten. Vetten zijn namelijk niet altijd schadelijk voor het lichaam. De vetzuren in de vetten zijn belangrijk voor het in stand houden van bepaalde lichaamsfuncties.
Vetzuren kunnen onderverdeeld worden in verzadigde en onverzadigde vetzuren. Alle vetten en oliën bevatten zowel verzadigde als onverzadigde vetzuren. Het ene vet bevat wel meer verzadigde vetten, het ander meer onverzadigde. Onverzadigde vetzuren helpen mee om het cholesterolgehalte van het bloed gezond te houden en spelen een rol bij de opbouw van cellen in het lichaam. Onverzadigde vetten zitten onder meer in plantaardige oliën als olijfolie, zonnebloemolie, arachideolie, in vette vis (zalm, haring, makreel), noten en pinda’s.
Verzadigde vetten daarentegen laten het cholesterolgehalte in het bloed stijgen. Zo wordt het risico dat vetlaagjes zich afzetten in de bloedvatwanden groter, wat op termijn kan leiden tot een hart- of herseninfarct. Verzadigde vetten komen vooral voor in producten van dierlijke oorsprong. Voedingsmiddelen met veel onverzadigde vetten zijn boter, bak- en braadvetten, frituurvet, vet vlees, vette kaas, volle melk en melkproducten, snacks, gebak, enz.
Transvetten zijn bewerkte onverzadigde vetten die dezelfde nadelige effecten hebben als verzadigde vetten. Ze komen voor in gefrituurde producten, gebak, snacks, pizza’s, enz. Ook zij behoren tot de zogenaamde foute vetten.