Oorzaken van voedselallergie

Het immuunsysteem is een verdedigingsmechanisme van het lichaam tegen infecties. Het beschermt het lichaam door antilichamen te produceren. Die antilichamen:

  • identificeren potentiele gevaren zoals bacteriën en virussen
  • seinen het immuunsysteem dat ze chemicaliën moet loslaten om het gevaar en de verspreiding van de infectie tegen te gaan

Bij een voedselallergie ziet het antilichaam ‘immunoglobine E’ (IgE) een proteïne in een bepaald voedingstype verkeerd aan als een gevaar voor het lichaam. De volgende keer dat het lichaam in contact komt met dat voedingstype zal het antilichaam IgE-chemicaliën vrijlaten, de histamine die de symptomen van voedselallergie veroorzaakt.

Genen

Het is vaak zo dat een bepaalde voedselallergie veel voorkomend is in dezelfde familie. Dit is vooral het geval bij een allergie voor pinda’s: als iemand van je familie er allergisch voor is, heb je 7 keer meer kans om er zelf ook allergisch voor te zijn. Dit komt doordat specifieke genen de allergie doorgeven van generatie op generatie.

Sterke stijging van het aantal allergische patiënten

De laatste decennia is er een enorme stijging van mensen die allergisch zijn voor bepaalde voedingstypes. Hiervoor is nog steeds geen sluitend bewijs, maar wel enkele hypotheses. Die zijn de volgende:

  • Een verandering van dieet. De laatste decennia is er een daling van inname van dierlijke vetten, en een stijging van inname van plantaardige vetten. Die laatste zorgen voor een overproductie van IgE-antilichamen, waardoor voedselallergieën ontstaan.
  • Doordat men steeds minder vers fruit en groenten eet. Verse groenten en fruit bevatten veel antioxidanten. Als men hier weinig mee blootgesteld wordt in de kindertijd zal het immuunsysteem zich niet normaal ontwikkelen.
  • Door een daling van de inname van vitamine D. Die zitten niet enkel in voedingsstoffen, maar worden ook natuurlijk geproduceerd door het contact tussen het zonlicht en de huid. Deze hypothese is ontstaan doordat op de Noordpool, waar minder zonlicht is, voedselallergieën meer voorkomen dan in de rest van de wereld.
  • Kinderen groeien op in een zogenaamde ‘kiemvrije’ omgeving. Doordat kinderen niet blootgesteld worden aan ziektekiemen wordt het immuunsysteem minder goed ontwikkeld, waardoor er meer kans is op een voedselallergie. Deze hypothese wordt ook wel de ‘hygiënische hypothese’ genoemd.