Niersteen

Een niersteen ontstaat in je nieren als een chemische reactie. De urine is te geconcentreerd en de stoffen zullen kristalliseren. Daardoor ontstaan er ophopingen van deze stoffen, die niet meer door de urineleiders kunnen, wat erg veel pijn veroorzaakt.

Vaak blijven de nierstenen klein en plas je ze gewoon uit voor je er iets van gemerkt hebt. Maar soms worden stenen zo groot dat ze niet meer door de urineleiders kunnen passeren. Dat noemen we nierkolieken en kan veel pijn veroorzaken.

Symptomen nierstenen

Een patiënt met een niersteen ervaart pijn in de rug en in de zij. Dat gaat gepaard met klachten als:

  • pijn komt in golven van 20 tot 60 minuten
  • pijn straalt uit tot in de onderbuik en lies
  • bloederige, troebele en stinkende urine
  • pijn tijdens het urineren
  • misselijkheid en braken
  • aanhoudende drang om te plassen
  • opgezwollen buik
  • koorts en rillingen (bij infectie)

Oorzaken nierstenen

De frequentste oorzaak ban nierstenen is een onvoldoende opname van vocht door het lichaam. De urine is daardoor geconcentreerder, waardoor stoffen die nierstenen veroorzaken zich gemakkelijker kunnen opstapelen. De meeste nierstenen worden gevormd door calcium. Andere stoffen die urinestenen kunnen vormen zijn struviet, purines en cystine (zeldzaam).

Behandeling

Nierkolieken, nierstenen die vast komen te zitten, zijn vaak erg pijnlijk. Bij kleine stenen worden rust, pijnstillers en medicijnen die de urineleiders ontspannen aanbevolen. De steen zal vervolgens uitgeplast worden.

Als de steen te groot is om uit te plassen, zal hij verwijderd worden met behulp van een niersteenvergruizer, endoscoop of via een holle naald in het spierbekken. Soms moet de niersteen op voorhand vergruisd worden. Slechts in zeldzame gevallen zal een operatie noodzakelijk zijn.

Voorkomen

De beste manier om nierstenen te voorkomen is door veel water te drinken. Per dag zou je minstens 1,5 liter water moeten drinken. Ook kun je enkele wijzigingen aanbrengen in je eetpatroon, zoals zout, suiker en dierlijke voedingsmiddelen (vlees, vis, zuivel) met mate consumeren.