Behandeling nierstenen

Nierkolieken, nierstenen die vast komen te zitten, kunnen erg pijnlijk zijn. Bij kleine stenen wordt aangeraden te rusten, pijnstillers en medicijnen die de urineleiders helpen ontspannen te nemen. De steen zal dan mee uitgeplast worden.

Als er sprake is van een infectie, kan de patiënt ook antibiotica nemen. Bij aanhoudende pijn, koorts of als het uitplassen van de nierstenen helemaal niet meer mogelijk is, kan je best contact opnemen met je dokter.

Als de steen te groot is en niet meer uitgeplast kan worden, is een behandeling met een niersteenvergruizer mogelijk. Dat is een apparaat waarbij schokgolven energie opwekken. Die energie wordt geconcentreerd op de plek waar de steen zich bevindt. De steen wordt zo vergruisd en kan daarna wel worden uitgeplast. Deze behandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving op de dagbehandeling van het ziekenhuis.

Een andere mogelijke behandeling is een endoscopie. Een dunne, buigzame buis wordt dan via de urinebuis in de blaas gebracht en verder geleid naar de urineleider. Als de niersteen niet te groot is, kan hij met een haakje worden gegrepen en vervolgens afgevoerd worden. Eventueel wordt de steen eerst met een boortje of laser verpulverd.

Een niersteen kan ook verwijderd worden door via de rughuid een holle naald in het nierbekken te brengen. De niersteen kan dan met een speciaal apparaat worden weggenomen of met een tril- of lasersonde vergruisd worden.

Uitzonderlijk moeten nierstenen verwijderd worden door middel van een operatie.