Maagballon
Een maagballon is een alternatief voor een maagverkleining. Een maagballon is letterlijk een ballon die in de maag ingebracht wordt en gevuld wordt met een fysiologische zoutoplossing. Het is een tijdelijke oplossing, na zes maanden moet de maagballon namelijk verwijderd worden omdat er anders een te groot risico is op lekkage.
Een van de voordelen van een maagballon is dat er geen operatie nodig is voor de plaatsing ervan. Het is dus niet zo’n indringende ingreep als een maagverkleining. Een van de nadelen hiervan is dat de patiënt na de verwijdering van de maagballon snel weer kan aankomen.
Plaatsing van een maagballon
Een gladde ballon, vervaardigd uit silicone, wordt ingebracht in je maag. Voor de plaatsing is geen operatie nodig. De ballon wordt ingebracht met behulp van de kijkbuis. Na het inbrengen van de ballon wordt hij gevuld met een steriele zoutoplossing. Normaal gezien moet de patiënt maar een dag in het ziekenhuis blijven.
Wie komt in aanmerking voor een maagballon?
Voor een maagballon kom je in aanmerking als je een BMI hebt van 40 of hoger of als er speciale redenen zijn. Je mag ook niet ouder zijn dan 55. Personen met bepaalde gezondheidsproblemen of zwangere vrouwen komen ook niet in aanmerking. Soms krijgen personen met heel veel overgewicht ook een maagballon om af te vallen ter voorbereiding op een maagverkleinende operatie en zo bepaalde risico’s voor de gezondheid te vermijden.
Na de plaatsing
Na de plaatsing kunnen er enkele complicaties optreden (zie onder). Patiënten zullen plots ook veel minder kunnen eten. De eerste dagen houden ze het best bij vloeibaar en gemixt voedsel, daarna volgen ze best een suikerarm dieet van 1000 à 1200 calorieën, aangevuld met voedingssupplementen.
Complicaties van een maagballon
De eerste dagen na maagballon is de kans groot dat je je misselijk voelt en moet braken. Er bestaan medicijnen die deze complicatie verhelpen.
Patiënten kunnen ook last hebben van gastro-oesofagale reflux, een zure adem of slokdarmontsteking.
Een maagballon kan gaan lekken. Zo’n lek herken je aan een groenachtige kleur van je urine, afkomstig van de blauwachtige kleur die in de ballon zit.