Behandeling hartritmestoornissen

Wanneer is een behandeling nodig?

Elke hartpatiënt die last heeft van duizeligheid, pijn in de borst en regelmatig flauwvalt door de hartritmestoornissen heeft een behandeling op maat nodig.

Wat kan ik zelf doen?

Hartritmestoornissen kunnen afnemen of zelfs verdwijnen wanneer je je cafeïnegebruik reduceert of stopt met het drinken van alcohol.

De Valsalva-manoeuvre kan misschien klinken als een ingewikkelde behandeling, maar eigenlijk is het een heel simpel trucje dat iedereen toepast wanneer men bijvoorbeeld zware voorwerpen probeert op te tillen. De Valsalva-manoeuvre is niets meer dan de poging om lucht uit het lichaam te persen terwijl je je adem inhoudt. Door je neus dicht te knijpen en met gesloten mond te proberen uit te blazen kan je hartritme weer omlaag gebracht worden. Daarnaast kan het ook helpen je hoofd in ijskoud water te dompelen, te hoesten en je oogleden zachtjes te masseren.

Boezemdefibrilleren en medicatie

Al naargelang welke hartritmestoornis wordt behandeld kan men kiezen voor cardioversie met behulp van een defibrillator of chemische cardioversie door middel van een medicamenteuze behandeling.

Met een defibrillator kan een arts onder lichte narcose een elektrische impuls aan het hart geven om het weer op een normaal tempo te laten kloppen. Men kan een defibrillator ook inplanten ter hoogte van de borst vlak onder de huid. De defibrillator meet dan voortdurend de hartslag, vanaf die afwijkt kan wordt een elektrische schokje sturen om het hart weer regelmatig te laten kloppen.

Dagelijkse medicatie

Een arts kan beslissen medicijnen voor te schrijven wanneer de symptomen van de hartpatiënt blijven aanhouden. ‘Anti-arrhytmica’ brengen de hartslag weer op een normaal ritme. Om boezemfibrillatie te vertragen schrijft men bètablokkers, calcium-kanaalblokkers en vingerhoedskruid voor. Tenslotte kan de patiënt er ook baat bij hebben bloedverdunners als aspirine te slikken om het vormen van bloedklonters te voorkomen.

Pacemaker

Een pacemaker is een apparaatje dat vlak onder de huid ter hoogte van borst en schouder wordt geplaatst. Vanuit de pacemaker vertrekken één, twee of drie draadjes die naar het hart leiden. Deze draadjes zijn elektroden die hartritmestoornissen detecteren en indien nodig een schokje geven aan het hart zodat het weer regelmatig klopt.

Chirurgische ingreep of ablatie

De operatie om hartritmestoornissen te onderdrukken bestaat uit een uiterst precies werk waarbij radiofrequente stroom een katether verwarmt. Die katheter zorgt ervoor dat er een heel klein deeltje van het weefsel in de hartwand wordt verschroeid. Het litteken dat zo ontstaan is slechts enkele millimeters groot, maar zorgt er wel voor dat er geen hartritmestoornis meer kan ontstaan.

Patiënten die een radiofrequente katheterablatie ondergingen hoeven zelden nog medicatie in te nemen na de ingreep.