Waarom is een keizersnede nodig?
Het aantal bevallingen via keizersnede is aan een steile opgang toe in de westerse wereld. Soms ligt het besluit om een keizersnede te doen lang op voorhand vast, soms is het een kwestie van improviseren. Om je voor te bereiden vermelden we hieronder enkele situaties waarin artsen waarschijnlijk een keizersnede zullen aanraden.
Voor de hand liggende keuze
Soms is een keizersnede bijna niet te vermijden. De reden daarvoor kan zowel bij de voorgeschiedenis van de moeder als bij de bouw van de baby liggen.
Wanneer de moeder eerder een vaginale operatie heeft ondergaan zal een keizersnede beter zijn. Ook bij een place previa (wanneer de placenta tot aan de baarmoederhals gaat) of in het geval dat de moeder HIV-positief is, is een keizersnede op voorhand de beste oplossing.
De foetus zelf kan ook aanleiding geven tot een keizersnede. De meest voor de hand liggende redenen zijn wanneer het kindje erg groot uitvalt of wanneer het in een verkeerde houding in de baarmoeder ligt. Als een meerling op komst is, valt een keizersnede ook zeker te overwegen.
Veiligheid
Soms zijn keizersnedes niet op voorhand gepland maar nopen de omstandigheden de artsen ertoe. Via een keizersnede kan je immers veel sneller inspelen op onverwachte gebeurtenissen.
Een eerste potentiële reden kan voorvallen wanneer de baarmoederhals niet langer verbreedt en de weeën niet langer gestimuleerd blijven. Een andere reden doet zich voor wanneer de hartslag van de baby zorgwekkend is.
Ook wanneer de navelstreng door de baarmoederhals glipt moet snel gehandeld worden en is een keizersnede voor de hand liggend. Anders dreigt de navelstreng de zuurstoftoevoer van de baby af te snijden. Ongeveer hetzelfde dreigt te gebeuren wanneer de placenta zich begint af te scheiden van de baarmoederwand.
In al deze, en in nog een paar uitzonderlijke gevallen, zal een keizersnede de beste oplossing bieden.