Soorten cataract
We kunnen drie soorten cataract onderscheiden:
Nucleair cataract
Nucleair cataract komt voor in het centrum van de ooglens, de nucleus. In een vroeg stadium kan je bijziend worden of een tijdelijke verbetering vaststellen in je zicht op leesafstand. Sommige mensen hebben zelfs geen bril meer nodig. Dit verdwijnt helaas wanneer de lens geler wordt en je zicht geleidelijk aan vertroebelt. Naargelang de aandoening zich verder ontwikkelt, kan de lens zelfs bruin worden. Vooral zien bij gedimd licht en ’s nachts rijden kan problemen opleveren. Als er sprake is van een erg verkleurde lens, kan de patiënt zelfs moeite hebben met onderscheid maken tussen blauw en paars. Dit is het type cataract dat meestal voorkomt bij ouderdomsstaar.
Subcapsulair cataract
Subcapsulair cataract vormt zich meestal aan de achterkant van de lens, juist op die plaats waar het licht door moet op weg naar het netvlies. Subcapsulair cataract zorgt er vaak voor dat je minder goed kan lezen, het vermindert je zicht in helder licht en zorgt ervoor dat je ’s nachts een lichtkrans opmerkt rond de lichten.
Corticaal cataract
Corticaal cataract begint als kleine, het licht belemmerende strepen op de uiterste rand van de lens. Die breiden zich uit en houden het licht dat door het midden van de lens komt tegen. Mensen met corticaal cataract hebben vooral problemen met fel licht.