Oorzaken van bijziendheid

Een verminderd gezichtsvermogen ontstaat door fouten in de lichtbreking van het oog. Bijziendheid of myopie zorgt ervoor dat je voorwerpen op een verre afstand slechts wazig kunt waarnemen. Veel mensen beweren dat het overmatig gebruik van de ogen op korte afstand, zoals veel lezen of veel dichtbij een computer zitten, bijziendheid veroorzaakt. Sommige studies stellen dat mensen die veel tijd besteden aan lezen, meer kans hebben om bijziend te worden.

Oorzaken bijziendheid

Bijziendheid wordt meestal veroorzaakt door een natuurlijke verandering in de vorm van de oogbol. Dit zorgt ervoor dat het brandpunt van het beeld dat het oog moet opvangen, voor net netvlies ligt. Het brandpunt is verschoven en is niet exact. Het licht wordt dus niet direct geconcentreerd op het netvlies.

Naast de natuurlijke verandering in de vorm van de oogbol, zijn er ook een paar zeldzame oorzaken van bijziendheid. Ze komen dus in veel mindere mate voor, maar kunnen wel bij een aantal mensen optreden:

1. Pathologische myopie: de achterkant van de oogbol blijft langer groeien nadat de normale grootte is bereikt.

2. Secundaire bijziendheid: deze vorm kan ontstaan als gevolg van vroeggeboorte en een aantal oogziektes.

3. Pseudomyopie of plotselinge bijziendheid: dit wordt veroorzaakt door een andere ziekte, zoals ongecontroleerde diabetes. 

Erfelijkheid 

Myopie lijkt meestal ook erfelijk te zijn. In september 2010 werd daarvoor bewijs geleverd. Tot kort daarvoor waren er wel aanwijzingen dat bijziendheid erfelijk was, want veel bijziende kinderen hebben bijziende ouders. Maar dit werd nog nooit wetenschappelijk aangetoond. 

Als één of beide ouders bijziend zijn, maakt hun kind een grote kans om ook met deze oogafwijking te kampen. De onderzoekers vonden welke delen van ons DNA zorgen voor de erfelijke aanleg. Mensen die de genetische variant van het chromosoom 15 bezitten, maken een hogere kans op myopie. 

Omgevingsfactoren, zoals veel lezen en weinig buitenspelen, vergroten de klachten bij mensen die erfelijk belast zijn. Iemand die als kind veel boeken verslond, maar niet erfelijk belast is, hoeft zich niet al te veel zorgen te maken. Daarentegen is de combinatie van erfelijkheid en omgevingsfactoren een zeer grote risicofactoren voor bijziendheid.