Misselijkheid en braken bij chemotherapie
Misselijkheid en braken zijn neveneffecten die vaak voorkomen bij chemotherapie, de behandeling van kanker met cytostatica, medicijnen die de deling van de cellen stoppen. In de meeste gevallen kunnen deze bijwerkingen onder controle gehouden worden met preventieve medicatie.
Misselijkheid en braken zijn een natuurlijk afweermechanisme van het lichaam tegen vergiftiging. Als er gifstoffen in je bloedbaan terechtkomen, zal het braakcentrum in je hersenen geactiveerd worden. Dat leidt tot misselijkheid en braken.
Acute misselijkheid
Dit is misselijkheid die optreedt tijdens de toediening van de cytostatica. De patiënt kan misselijk worden zolang de medicijnen in zijn bloed aanwezig zijn, meestal tot een dag na de toediening.
Acute misselijkheid kan je goed bestrijden met medicijnen, anti-emetica. Deze medicijnen schakelen de reflexen die misselijkheid veroorzaken tijdelijk uit. Voel je toch de neiging om te braken, ga dan rechtop zitten en haal rustig adem.
Vertraagde misselijkheid
Sommige cytostatica kunnen leiden tot vertraagde misselijkheid, die twee dagen tot een week na de behandeling kan optreden. Vertraagde misselijkheid kan ook behandeld worden met anti-emetica, maar minder goed dan acute misselijkheid.
Anticipatoire misselijkheid
Je lichaam leert snel bij. Als je al chemotherapie gehad hebt, zal je lichaam de volgende keer vaak al op voorhand een afweerreactie vertonen. Je gaat je met andere woorden op voorhand al misselijk voelen en al op voorhand de neiging tot braken vertonen. Medicijnen helpen niet tegen dit soort misselijkheid. Anticipatoire misselijkheid zoveel mogelijk voorkomen is de boodschap. Tijdens de chemotherapie kun je dus best anti-emetica gebruiken.