In-vitrofertilisatie: hoe verloopt de behandeling?
Stap 1: Het voorbereiden van je lichaam
Om je lichaam klaar te maken voor de behandeling, moet je medicijnen innemen om je eigen hormonencyclus te onderdrukken. Hierdoor voorkom je dat je eicellen niet op het juiste moment rijpen of dat je een vroegtijdige eisprong hebt. Bij in-vitrofertilisatie is het namelijk belangrijk dat alle stappen van de behandeling volgens een vast tijdsschema verlopen. Daarom moet je in deze fase dagelijks een injectie met medicijnen krijgen.
Stap 2: Het stimuleren van je eicellen
Wanneer de behandeling met injecties ongeveer twee weken gevorderd is, controleren je artsen met behulp van een inwendige echo of je baarmoederslijmvlies de juiste dikte heeft en of je eierstokken gezond zijn. Als dit allemaal in orde is, moet je vanaf dit moment dagelijks een extra injectie krijgen om de aanmaak van eicellen te stimuleren. In een natuurlijke situatie komt er bij elke menstruatiecyclus slechts één eicel tot rijping, maar bij in-vitrofertilisatie is het aangewezen om de behandeling met meerdere rijpe eicellen tegelijk uit te voeren. Op deze manier stijgt de slaagkans van de behandeling aanzienlijk.
Deze injecties moet je dagelijks krijgen tot je eicellen voldoende gerijpt zijn. Je dokters zullen het rijpingsproces van je eicellen opvolgen met behulp van een aantal vaginale echocontroles. Wanneer de rijping bijna voltooid is, zal je een injectie met hormonen krijgen om het proces te versnellen. Als alles goed verloopt, zijn je eicellen na 34 tot 38 uur na deze laatste injectie klaar om verzameld te worden.
Stap 3: Het verzamelen van je eicellen
Als het tijdstip om de eicellen te verzamelen is aangebroken, zal de gynaecoloog in het team van behandelende artsen de opdracht uitvoeren met behulp van een punctie. Hierbij gebruikt hij een holle naald om de eicellen weg te zuigen. Deze ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving en is niet gevaarlijk.
Stap 4: Het bevruchten van de eicellen
Na de eicelpunctie brengen de artsen de eicellen samen met de zaadcellen van je partner (of van de donor) in het laboratorium van het ziekenhuis. Hiervoor moet je partner de ochtend van de dag waarin de punctie plaatsvindt een spermastaal afleveren op het ziekenhuis.
De eicellen die succesvol bevrucht zijn en waaruit bijgevolg embryo’s zullen groeien, krijgen één tot vier dagen de tijd om zich te ontwikkelen in het laboratorium. Zodra de embryo’s voldoende ontwikkeld zijn, zullen de artsen het beste embryo inplanten in je baarmoeder.
Als er in de fase van de bevruchting meerdere embryo’s zijn ontstaan, kan je kiezen om de overtollige embryo’s te laten invriezen. Dit kan alleen als uit een test blijkt dat ze geschikt zijn om ingevroren bewaard te blijven. Op deze manier heb je nog een tweede kans als de plaatsing van het eerste embryo geen zwangerschap oplevert.
Stap 5: Het inplaatsen van het embryo
Het inplanten van het embryo gebeurt in het ziekenhuis via een eenvoudige ingreep. De chirurg plaatst het embryo in de baarmoeder met behulp van een katheter (een dun slangetje). Na de operatie mag je meteen naar huis gaan. Na ongeveer 16 dagen na de punctie kan je een zwangerschapstest uitvoeren om te controleren of de behandeling succes heeft gekend.