Complicaties bij het syndroom van Down
Mensen met het syndroom van Down kunnen verschillende complicaties hebben. Die kunnen zijn:
- Hartproblemen: Ongeveer de helft van alle kinderen met het syndroom van Down worden geboren met een hartaandoening. Die hartaandoening kan levensbedreigend zijn voor het kind. Daardoor wordt vaak een operatie uitgevoerd vroeg in de kinderjaren, zodat het risico op verdere hartproblemen minder wordt
- Leukemie: Jonge kinderen met het syndroom van Down hebben meer kans op leukemie dan gezonde kinderen
- Infectieziektes: Door een fout in het immuunsysteem hebben kinderen met het syndroom van Down meer kans op infecties en infectieziektes, zoals longontsteking
- Dementie: Dementie komt normaal voor bij mensen ouder dan 65. Mensen met het syndroom van Down kunnen al tekens van dementie vertonen vanaf of voor hun 40 jaar
- Slaapapneu Door zachter weefsel en skeletverschillen hebben mensen met het syndroom een obstructie in de luchtwegen. Daardoor hebben ze meer kans op slaapapneu
- Een grotere aanleg voor zwaarlijvigheid
- Meer kans op slechtziendheid en slechthorendheid
- Problemen met het schildklier
Deze complicaties verschillen uiteraard van persoon tot persoon. Niet iedereen met het syndroom van Down heeft last van deze complicaties.
Enkele fysieke en mentale kenmerken zijn wel duidelijk aanwezig bij elk van de personen, maar het is niet mogelijk om hier een stereotiep van te maken.
Levensverwachtingen
De levensverwachting van personen met het Downsyndroom is de laatste jaren enkel gestegen. In 1929 werd men maximum 10 jaar, maar nu kunnen ze tot 50 jaar of ouder worden. Dit komt doordat de ziekte beter gekend is en men dus een betere behandeling kan aanbieden.
Toch blijft de gemiddelde leeftijd van mensen met het syndroom van Down nog steeds lager dan gewone mensen. Dit komt door de bijkomende gezondheidsproblemen waar ze aanleg voor hebben. Hoe oud deze mensen worden is afhankelijk van de ernst en de soort van de gezondheidsproblemen die het syndroom met zich meebrengt.
De gemiddelde leeftijd stijgt nog steeds. Dit komt doordat men vroeger kan ontdekken dat de baby aan het syndroom lijdt. Dit heeft tot gevolg dat men vroeger en beter zorg kan aanbieden.