Stoppen met anticonceptie
Er zijn tegenwoordig weinig vrouwen die voor hun zwangerschap nooit anticonceptiemiddelen genomen hebben. Ermee stoppen is echter een noodzakelijke eerste stap om zwanger te worden. Voorbehoedmiddelen zoals condooms beïnvloeden je cyclus niet en kunnen dus om het even wanneer weggelaten worden. Bij de stopzetting van bepaalde andere anticonceptiemiddelen zoals de pil of het spiraaltje heeft je lichaam de tijd nodig om de cyclus te herstellen. Dit kan soms zes tot tien weken duren.
Pil en prikpil
Indien je de pil neemt, is het aangeraden er ongeveer een maand vooraleer je wil proberen zwanger te worden mee te stoppen. Orale anticonceptiemiddelen belemmeren namelijk de eisprong door invloed uit te oefenen op de hypofyse, die een belangrijke rol speelt bij de regulering van een groot aantal hormonen. Het hormonenstelsel moet eerst de tijd krijgen om weer een normale cyclus aan te nemen. Meteen na het stoppen met de pil is het mogelijk dat er nog een cyclus voorbijgaat zonder eisprong of dat de uitgestoten eicel van slechtere kwaliteit is.
Neem je de prikpil, zeg dan tijdig je driemaandelijkse afspraak bij de huisarts af. Na het stoppen met de inname ervan kan het soms tot een jaar duren vooraleer de cyclus hersteld is en je dus zwanger kan worden. Stop dus best tijdig met het slikken van de prikpil en gebruik eventueel een tijdje condooms.
Spiraaltje
Om zwanger te kunnen worden, moet je eerst het spiraaltje laten verwijderen. De exacte positie wordt met behulp van een echografie vastgesteld. In theorie kan je zwanger worden vanaf de eerste dag nadat het spiraaltje weggehaald is. In tegenstelling tot de pil verandert het gebruik van een spiraaltje niets aan de cyclus. De werkzaamheid ervan berust immers op irritatie van de baarmoeder, waardoor innesteling van de eicel verhinderd wordt.