Oorzaken en risicofactoren van kinkhoest
Kinkhoest is een bekende ernstige ziekte die gelukkig minder voorkomt door een verplichte vaccinatie. Om de ziekte beter te kunnen begrijpen gaan we dieper in op de oorzaken en de risicofactoren van kinkhoest.
Oorzaken
Kinkhoest wordt veroorzaakt door een bacterie, namelijk de Bordetella pertussis. Deze bacterie wordt van de ene op de andere persoon overgebracht via minuscule druppeltjes die door te niezen, hoesten of spreken uit de mond of neus van een besmette persoon in de lucht terechtkomen. Deze druppeltjes worden vervolgens ingeademd door een andere persoon waardoor deze besmet geraakt. Eens deze druppels worden ingeademd, gaan ze zich vermenigvuldigen in de luchtwegen, namelijk in de neus, mond en keel en veroorzaken ze een ontsteking die zorgt voor een beschadiging van het slijmvlies van de luchtwegen.
Risicofactoren
Sommige personen zijn sneller vatbaar voor kinkhoest dan anderen. Zoals bekend is kinkhoest een zeer besmettelijke ziekte.
- Contact met zieken
Het spreekt voor zich dat mensen die in contact komen met zieken, een grotere kans hebben om de ziekte op te lopen. Zo zullen familieleden, vrienden en zorgverleners de juiste voorzorgen moeten nemen om verspreiding te voorkomen. Vooral handhygiëne is hier zeer belangrijk. Bovendien moet de zieke ervoor zorgen dat hij altijd een hand voor zijn mond houdt tijdens het hoesten.
- Niet gevaccineerd
Het komt nog zelden voor tegenwoordig, maar sommige personen werden jammer genoeg niet gevaccineerd tegen kinkhoest. Zij lopen natuurlijk een verhoogd risico om kinkhoest op te lopen.
- Zuigelingen
Het vaccin wordt toegediend in vier dosissen. Namelijk op 2, 3, 4 en 13 maanden. Helaas zijn de meeste baby’s pas goed beschermd als er tenminste drie dosissen werden toegediend. Zuigelingen die niet ouder zijn dan 4 maanden zitten dus in de gevarenzone.
- Gevarenzone tussen de vijf en tien jaar
Het kinkhoestvaccin blijft slechts gedurende drie jaar op zijn sterkst. Erna neemt de werking geleidelijk af tijdens de komende twee tot zeven jaar. Dus tussen de leeftijd van vijf tot tien jaar zijn kinderen minder goed beschermd en kunnen ze gemakkelijker besmet geraken. Deze kinderen zullen echter enkel de milde symptomen vertonen en er zullen geen complicaties optreden. Maar ze kunnen wel andere kinderen besmetten die niet gevaccineerd werden.
- Afgenomen immuniteit
Ook volwassenen bij wie de immuniteit van de vaccinatie afgenomen is lopen een verhoogd risico.