Behandeling hepatitis C
Er bestaat nog geen vaccin tegen hepatitis C, maar de ziekte kan wel behandeld worden. Hoe vroeger de ziekte ontdekt wordt, hoe groter de kans op slagen van de behandeling.
Acute hepatitis C
Een acute hepatitis C-infectie wordt best behandeld met het medicijn Interferon. Dit medicijn moet gedurende twaalf weken drie keer per week toegediend worden. Na de behandeling is meer dan 90% van de patiënten genezen. Deze patiënten zullen dan geen chronische vorm van de ziekte ontwikkelen.
Chronische hepatitis C
Patiënten met chronische hepatitis C worden meestal behandeld met een combinatietherapie van Interferon en Ribavirine. Ribavirine is een antiviraal middel dat het immuunstelsel tegen het virus versterkt.
Deze therapie duurt een half jaar tot een jaar. Patiënten leren hoe ze de inspuitingen zelf kunnen doen. Ongeveer een op de drie patiënten is na de therapie genezen. Ook verkleint het het risico op leverkanker en leverfalen.
Bijwerkingen van de therapie bestaan uit hoofdpijn, koorts, spierpijn, maag- en darmproblemen en bloedarmoede. Patiënten kunnen dus voor een lange periode werkonbekwaam zijn.