Anticonceptiepil

De anticonceptiepil wordt ook wel kortweg ‘de pil’ genoemd. In Nederland en België is het de meest gebruikte vorm van anticonceptie.

Samenstelling

De anticonceptiepil bevat de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron. Die zorgen ervoor dat er geen eicel uit de eierstokken vrijkomt, het slijm aan de ingang van de baarmoeder minder toegankelijk wordt voor zaadcellen en het baarmoederslijmvlies  ontoegankelijk wordt voor innesteling van een bevruchte eicel.

Gebruik van de pil

De meeste pillen neem je drie weken lang (21 dagen), waarna er een stopweek volgt waarin je de pil niet neemt. Na deze stopweek begin je aan een nieuwe strip van 21 pillen. De startdag is dus steeds op dezelfde dag van de week. Tegenwoordig bestaan er ook pillen die je 28 dagen (24+4) na elkaar neemt.

Bescherming of veiligheid van de pil

Als je de pil juist inneemt, is de kans op een zwangerschap erg klein. Als je pas met de anticonceptiepil begint, ben je vanaf het eerste moment beschermd als je de pil inneemt op de eerste dag van je menstruatie. Als je op een andere dag begint met de pil te nemen, ben je niet meteen beschermd. Je kan de eerste zeven dagen dan best een aanvullend anticonceptiemiddel gebruiken, zoals een condoom.

Bijwerkingen

Bijwerkingen komen niet vaak voor. De meest voorkomende bijwerkingen zijn hoofdpijn en gespannen borsten.