Vaccinatie rodehond
In België en Nederland is een vaccin tegen rodehond verplicht. Dat vaccin wordt voor de eerste keer toegediend op de leeftijd van 14 of 15 maanden. Rond de leeftijd van 11 à 12 jaar wordt voor de tweede keer een vaccin toegediend. Na het eerste vaccin ben je voor 95% immuun voor rodehond, na het tweede heb je volledige immuniteit.
Hert vaccin maakt deel uit van het combinatievaccin bof-mazelen-rodehond. In dat vaccin zitten afgezwakte kiemen van het virus. Het vaccin wordt toegediend in de onderarm.
Zwangere vrouwen die nog niet zijn ingeënt tegen de rodehond kunnen best zo snel mogelijk contact opnemen met hun huisarts of gynaecoloog. Omdat het om een levend vaccin gaat mag het niet aan zwangere vrouwen gegeven worden. Vrouwen moeten drie maanden na een BMR-vaccinatie proberen te voorkomen dat ze zwanger worden.
Mogelijke bijwerkingen vaccin rode hond
De BMR-vaccinatie heeft niet veel bijwerkingen. De bijwerkingen die voorkomen zijn meestal mild en kort. Ze beginnen pas 5 tot 12 dagen na de vaccinatie.
1 op de 20 kinderen wordt na de eerste vaccinatie hangerig, krijgt een lichte koorts en huiduitslag. Dit duurt nooit langer dan twee dagen. Zeldzamer is een hoge koorts met een hevige huiduitslag. Heel zelden krijgen kinderen gewrichtsklachten, die ook vanzelf overgaan.