Leer wijn proeven

Vind je het als je op restaurant gaat ook zo vervelend als je wijn moet proeven terwijl je er eigenlijk niets van kent? Lees er dan de volgende vier stappen eens op na. Voor je het weet ben je een echte wijnkenner!

Evalueer het uitzicht

Het eerste dat een professionele wijnproever doet is de kleur van de wijn checken. Hoe de wijn eruitziet zegt veel over de kwaliteit en herkomst ervan.

Als je wijn gaat proeven, houd je glas dan even voor een witte achtergrond. Hef je glas lichtjes op en beoordeel de kleur en de intensiteit van de wijn. 

De meeste jonge rode wijnen hebben een dieppaarse kleur. Als de wijn rijpt verliest de kleur zijn intensiteit en wordt de wijn bleker. De kleur van rode wijn verklapt ook informatie over de druif die gebruikt werd. Pinot Noir is bijvoorbeeld bleker dan andere druiven.

De kleurtest werkt ook voor witte wijnen. Bij witte wijnen wordt de kleur intenser als ze rijpen. Witte wijnen uit koudere landen hebben ook een minder diepe kleur. 

Wals de wijn nadat je de kleur gecheckt hebt nog eens rond in je glas om de tranen van de wijn te bekijken. De tranen van de wijn zijn de olieachtige druppels die aan de binnenkant van de kelk hangen nadat je de wijn in het glas gewalst hebt.  

Ruik het bouquet 

Het volgende dat je moet testen bij het wijnproeven is de geur van de wijn, ook wel het ‘bouquet’ genoemd. Wals de wijn nog eens zachtjes in het glas om zo meer geur vrij te maken.  Houd het glas onder je neus en snuif diep.

Denk over de geuren die uit het glas komen en probeer ze te plaatsen. Jonge wijnen zullen eerder een fruitig aroma hebben(framboos, bosbes, citrus, enz.) hebben, terwijl de oudere complexere aardse aroma’s hebben (aroma’s als eik of gras). Wees niet te verlegen om meer dan een keer te ruiken.

Proef de wijn

Eindelijk is het moment aangebroken: je kunt de wijn proeven. Onthoud dat je slechts voor een klein deeltje van de smaak van de wijn zorgt. Je zult meer van de wijn proeven door hem verschillende keren door je mond te klutsen. Besteed aandacht aan het smaakpallet in de achterkant van je keel.

Slurp lichtjes aan de wijn om er zo voor te zorgen dat alle smaken in je mond vrijkomen. Niet dat je moet slurpen als een kind van zes jaar dat cornflakes eet, maar door lichtjes te slurpen zul je de wijn beter kunnen proeven. Het smaakpallet van de wijn kan veranderen als je hem iets langer in de mond houdt.

Proef de afdronk van de wijn

 Als je de wijn doorslikt, proef je de afdronk van de wijn. Die smaak verschilt meestal van die van het smaakpallet en houdt langer aan. De afdronk geeft vaak een goed beeld van de kwaliteit van de wijn. Hoe langer de afdronk, hoe langer je van de wijn kunt genieten. Sommige wijnen kunnen zelfs langer dan een minuut nasmaken. De afdronk zou geen alcoholsmaak moeten hebben.