Hoe leg je waterleiding aan?

Waterleidingen zijn opgebouwd uit buizen en verbindingsonderdelen. Vereenvoudigd gebeurt de plaatsing van de waterleiding in twee grote stappen. Eerst zet je alle onderdelen in elkaar en vervolgens plaats je de afgewerkte leiding in of tegen de muur.

Stap 1: de aansluiting van de onderdelen

Je kan de koperen buizen op twee manieren aan elkaar bevestigen.

  • Bij solderen gebruik je een brander om beide uiteinden te verhitten. Na afkoeling zullen de buizen stevig verbonden zijn.  Let wel op dat je soldeermateriaal geen risico vormt voor de kwaliteit van het drinkwater. Verder moet je uiteraard zorgen dat je alle ontvlambare stoffen in de ruimte weghaalt voor je aan het werk gaat.
  • Je kan ook gebruik maken van knelfittingen als verhitting moeilijk is. Een knelfitting bestaat uit een binnenschroefdraad met moeren en een knelring. De twee buizen schuif je aan weerszijden in de fitting, waarna je de moeren vastzet tegen de knelring en stevig aandraait met een steeksleutel. Knelfittingen moeten altijd bereikbaar en dus ook zichtbaar blijven.

Stap 2: de plaatsing van de afgewerkte leiding

Je kan de waterleiding in de muur verwerken of tegen de muur plaatsen. Beide methodes hebben voor-en nadelen.

In de muur

Waterleidingen in de muur hebben de volgende pluspunten:

  • geen hinder bij de schoonmaak van de muur
  • geen risico op brandwonden bij contact met de leiding
  • netter uitzicht van de ruimte
  • geen gevaar voor condensatie

Uiteraard zijn er ook minpunten:

  • moeilijke installatie 
  • groter risico op lekkages bij boringen omdat de leiding niet zichtbaar is
  • kans op verkleuring van de muur 
  • gevaar voor onopgemerkte lekkages

Tegen de muur

Installatie tegen de muur biedt eveneens een aantal voordelen:

  • makkelijke plaatsing, reparatie en verwijdering
  • geringe geluidsproductie

Dit systeem kent ook nadelen:

  • Je moet de leidingen af en toe schilderen wegens verkleuring.
  • In vochtige kamers condenseren de leidingen snel.