Hoe een schoen zou moeten zitten
Je in een broek wringen die niet past? We hebben het allemaal wel al eens gedaan. Je in een paar schoenen wringen die te krap zitten? Onmogelijk. Ontdek hieronder wat nodig is om je voeten gelukkig te houden.
- Bij de hiel: Dit is de enige plaats waar je aanvankelijk pijn mag hebben, maar na de inlooptijd mag je daar geen angst meer voor hebben. In normale omstandigheden moet je hiel comfortabel tegen de voering rusten zonder te verschuiven.
- Bij het instappen: De tong zou zacht op de bovenkant van je voet moeten rusten zonder al te veel druk te voelen.
- Bij de tenen: Je grote teen zou iets meer dan een centimeter verwijderd moeten blijven van de rand van de teenkap. Perfect is het als je je tenen enigszins kan bewegen.
- Bij de voetboog: Een beetje extra ondersteuning is goed, maar je voetboog moet natuurlijk niet omhoog geduwd worden.
De schoenenwoordenlijst: acht termen die je zou moeten kennen
- Sloof: Een harde bekleding die de ruimte bedekt waar de tenen overgaan in het bovenste deel van de voet.
- Randleer: Een zool die vastgenaaid is aan het bovenste van de schoen, geeft het sterkste resultaat. Door gebruik te maken van deze aanhechtingstechniek kan de zool vele keren vervangen worden.
- Hiel: De achterste opgevulde ruimte onderaan de voet en het stuk aan de achterkant dat de hiel cup ondersteunt. Schuiven zou niet mogen.
- Voering: De bekleding binnenin de schoen. Zou altijd uit leer moeten bestaan.
- Quarter: De achterkant van de schoen, de hiel inbegrepen.
- Teenkap: Het voorste deel van de schoen dat de tenen bedekt. Moet ondersteuning bieden en dient ongeveer een centimeter langer te zijn dan de grote teen.
- Tong: Een stuk leder dat loopt vanaf de veters tot de opening van de schoen.
- Bovenleer: De voorkant van de schoen die de teenkap en het randleer bevat.