Chronisch nierfalen
Mensen die lijden aan chronisch nierfalen, hebben nieren die niet optimaal werken. Chronisch nierfalen ontstaat door een geleidelijke vermindering van de nierfuncties. Het is een zeer ernstige aandoening, omdat de symptomen pas kunnen verschijnen als de nieren al zeer zwaar beschadigd zijn.
Waardoor ontstaat chronisch nierfalen?
Chronisch nierfalen wordt veroorzaakt door langdurige ziektes. Voorbeelden hiervan zijn diabetes en problemen met een te hoge bloeddruk. Wanneer er geen diagnose is van het probleem en er geen passende behandeling wordt aangeboden, verergert de situatie alleen maar. Vaak ondervindt de patiënt in de eerste jaren geen hinder door het chronisch nierfalen. Daardoor wordt de aandoening te laat vastgesteld en kan de arts geen enkel wonder meer verrichten.
Komt chronische nierinsufficiëntie veel voor?
In de wereld stijgt het aantal nierziektes. Naar schatting hebben zo’n 30.000 Belgen last van een nieraandoening. In Nederland zijn er dat ongeveer 40.000.
Chronisch nierfalen wordt heel vaak geassocieerd met het proces van ouder worden. Een oudere persoon heeft meer kans op een minder goed werkende nier. Mensen met een zwarte huidskleur lopen meer risico op een hoge bloeddruk en zijn daarom meer het slachtoffer van chronisch nierfalen. Ook mensen in Zuid-Azië zijn een risicogroep. Dit komt omdat het aantal diabetespatiënten en het aantal mensen met een te hoge bloeddruk daar hoger ligt dan gemiddeld.
Kan je genezen van chronisch nierfalen?
Chronisch nierfalen is onomkeerbaar. Bij de behandeling kijkt men naar de overblijvende nierfunctie. Meestal krijgt de patiënt medicijnen en wordt een zout- en eiwitarm dieet gevolgd.
Wanneer 90 tot 95 procent van de nierwerking is uitgevallen, is een niervervangende behandeling noodzakelijk. Niertransplantatie of nierdialyse zijn de meest voorkomende dergelijke behandelingen.
Hoe kan je jouw nieren beschermen?
Je kunt rekening houden met een aantal tips om chronisch nierfalen te vermijden. Een aantal belangrijke aanwijzingen volgen hieronder:
- Eet maaltijden die niet veel vet en calorieën bevatten.
- Rook niet.
- Houd je suikerspiegel onder controle.
- Probeer een hoge bloeddruk te vermijden.
- Doe regelmatig aan sport en beweging.