Vegetatieve toestand bij coma
Een patiënt in coma kan in een vegetatieve toestand terecht komen. We spreken van een vegetatieve toestand als de toestand niet meer verbetert, de patiënt geen opdrachten meer kan uitvoeren en ook niet meer leert om terug te spreken. De delen van de hersenen die de hogere geestesfuncties regelen zijn uitgeschakeld, maar de autonome functies zoals ademhaling en hartslag blijven intact.
De patiënt zal dan blijvend zijn vermogen tot bewust denken en handelen kwijt geraken. Lichaamsfuncties zoals het openen van de ogen, ongecontroleerde bewegingen met ledematen en hoofd en geeuwen zijn wel nog intact.
Patiënten in vegetatieve toestand hebben een slaap-waakpatroon waarbij ze de ogen openen en sluiten alsof ze slapen en wakker worden. Maar ze ervaren geen fysiek gevoel zoals pijn en geen emoties.
De kans dat iemand nog uit een vegetatieve toestand ontwaakt en daarna nog een zelfstandig leven kan leiden is zo goed als onbestaande. Na een jaar in vegetatieve toestand kan die kans bijna volledig worden uitgesloten. De behandeling bestaat uit het bestrijden van pijn en andere ongemakken, verpleegkundige zorg en een goede voeding.