Cocaïnegebruik bij zwangerschap
Cocaïnegebruik tijdens de zwangerschap kan erg schadelijk zijn voor het ongeboren kind.
Tijdens de zwangerschap
Cocaïne is een sterk stimulerend middel dat leidt tot een snellere hartslag en het samentrekken van de bloedvaten. Daardoor verhoogt de bloeddruk van zowel de moeder als het kind. De bloedvaten van een foetus zijn erg gevoelig en dun. Die schommelingen in de bloeddruk kunnen zware gevolgen hebben voor zowel de moeder als het kind. Bij de foetus kan het zelfs een hersenbloeding veroorzaken.
Doordat de bloedvaten samentrekken, neemt ook de bloed- en de zuurstoftoevoer naar de placenta en de foetus af. Dat kan de groei en de ontwikkeling van de foetus beïnvloeden. Cocaïne kan ook een nadelig effect hebben op de ontwikkeling van het zenuwstelsel bij de foetus. De foetus kan groeiachterstand en hersenbeschadiging krijgen.
De bevalling
Cocaïnegebruik vergroot ook het risico op een miskraam of vroegtijdige bevalling. De baby kan in de baarmoeder al overlijden door een groeiachterstand of door het vroegtijdig loslaten van de baarmoederwand (solutio placenta). Dat kan zowel voor het kind als de moeder levensbedreigend zijn. Cocaïnegebruik in de laatste drie maanden van de zwangerschap kan verhoogde activiteit van de foetus of samentrekken van de baarmoederwand veroorzaken, wat een vroegtijdige bevalling kan veroorzaken.
Borstvoeding
Cocaïnegebruik in combinatie met borstvoeding geven kan diarree, braken, ademhalingsproblemen en zelfs convulsies veroorzaken. Ook is het goed mogelijk dat het kindje last heeft van wisselende stemmingen.