Als het eerste geluk vervaagt...
Jonge koppels, ze durven zich weleens uit te sloven voor elkaar. Ook als het bijvoorbeeld over netheid gaat. Wanneer een ietwat slonzige man een ietwat poetszieke vrouw ontmoet, en hij haar leuk vindt, dan hoopt hij natuurlijk ook op het omgekeerde. Het gevaar bestaat dat hij zich dan anders gaat voordoen, namelijk als een uiterst nette jongen.
Zo zou het dus in de eerste maand gaan: Man scheert zich elke dag, laat de toiletbril nooit omhoog staan, kleedt zich uitmuntend, laat geen vuil ondergoed slingeren en schrobt netjes de vloer. Vrouw is in haar nopjes: eindelijk een man die haar wensen volop respecteert en waarmee ze zonder ergernis oud zou kunnen worden.
Even later…
Maar dan doemt het gewenningsbeest op. Gewenning hoeft niet altijd slecht te zijn, want het zorgt ervoor dat je je meer op je gemak voelt bij je partner. Een vervelend neveneffect hiervan is echter dat Man snel naar zijn slonzige zelf zal terugkeren, en dat Vrouw haar droombeeld uiteen ziet spatten. En dan komen de problemen.
Vrouw denkt nu dat Man niet zoveel meer voor haar over heeft, en kan niet overweg met de rommel. Voor Man is zijn nonchalance echter gewoon een teken van vertrouwen: hij voelt zich op zijn gemak bij zijn partner – wat op zich allesbehalve negatief is. Zijn gevoelens werden, in tegenstelling tot wat zij dacht, groter.
De oplossing
Is er een uitweg? Natuurlijk, als beide partijen water bij de wijn willen doen. Vrouw moet inzien dat haar droom slechts een droom zal blijven, haar idealen staan te ver af van de realiteit. Man moet proberen zijn sokken iets sneller in de wasmand te gooien, en als dat echt niet lukt, kan hij bijvoorbeeld een kuisvrouw inschakelen.
Als je als koppel wil standhouden, moet je elkaars gewoonten proberen verdragen en je eigen gewoonten een beetje verfijnen. Het komt er dus op aan een compromis te zoeken, en dat is zelden een onoverkomelijk probleem.